ZONSOPGANG BOVEN DE WOLKEN
Schiphol is stil en donker als we achter in een V.W.-busje
van de politie, naar het platform van hangaar 10 worden gereden. De contouren van
de gebouwen en vliegtuigen steken nauwelijks af tegen de donkere, zwaar bewolkte
hemel. Om tien voor half zeven klimmen we gedrieën de wankele trap op, die ons voert
naar het hoog boven de grond gelegen, spaarzaam verlichte deurtje van de PH-DSM,
waarmee we die morgen een vlucht zullen maken van drie uur in de Noord-West sector.
Alles is donker, ook in de cabine. Alleen in de cockpit branden lampjes in allerlei
kleuren, die de instrumenten-panelen vrolijk verlichten. Een korte kennismaking
met de instructeur is het enige menselijke geluid, dat het zoemen van achter de
wijzerplaatjes overstemt; het is ook nog zo vroeg! Tien minuten later trekt een
trilling door het vliegtuig, die ons - we zitten inmiddels heerlijk comfortabel
in het eerste klas compartiment, met gedimde plafondverlichting - erop attent maakt,
dat de eerste motor wordt gestart. Weer tien minuten later, staan we aan het begin
van baan 23 klaar voor take-off. Even brullen de motoren over het verlaten Schiphol,
de baanverlichting begint met toenemende snelheid langs de raampjes te schieten,
dan zakt de baan langzaam onder ons weg en vrijwel direct wordt het gezicht naar
alle kanten afgesloten: we zitten in de laag hangende bewolking.
Eenmaal erboven begint een monotone tocht onder een
prachtige inktzwarte sterrenhemel in de richting van de Noordzee. Meer dan een half
uur vliegen we door in een totale rust, die alleen onderbroken wordt door het fel
knipperende navigatielichtje op de vleugeltip. Dan zakt plotseling dat lichtje naar
beneden; we worden tegen de leuning van de stoel gedrukt en voelen hoe het toestel
in een stijle bocht wordt gebracht. Even abrupt als de bocht werd ingezet, wordt
hij weer afgebroken en de machine recht getrokken.
Na enkele minuten krijgen we de uitnodiging om eens
in cockpit te komen kijken. Daar blijkt dat dat wereldje waarin wij ons op dat moment
bevinden, helemaal niet zo rustig is als het lijkt. Er heerst een weldadige drukte,
zoals die alleen maar kan worden veroorzaakt, door een paar mensen en een heleboel
verlichte instrumenten in een vliegtuigcockpit. Er wordt wat gesjord aan
de stuurkolom en het toestel zwaait wat heen en weer. We klimmen nu naar 21.000
voet en langzaam begint aan de horizon de duisternis plaats te maken voor een prachtige
paarse gloed van de opkomende zon. Als we op de gewenste hoogte zijn gekomen, zien
we beneden de wolken als een grijs-roze dek over de aarde liggen. We worden gewaarschuwd
ons goed vast te houden; dan gaan de gasmanettes naar achter en de snelheidsmeter
begint terug te lopen. Om de snelheid nog verder te doen afnemen gaan nu ook de
air-brakes of het landingsgestel naar beneden en de reactie is duidelijk te voelen
en op de instrumenten te zien. Nogmaals klinkt een waarschuwing van de instructeur
ons goed vast te houden en dan, vooraf gegaan door een trilling door het vliegtuig,
schiet, totaal onverwacht, de horizon naar boven weg en is door de cockpitruiten
alleen nog in de diepte het egale wolkendek te zien. Dadelijk springt de snelheidsmeter
vooruit, terwijl de hoogtemeter begint terug te hollen: 20.000, 19.000, 18.000,
l7.000 ft .... enz. En terwijl we zo naar beneden komen, verandert het aangezicht
van het wolkendek van een egaal vlak in een duidelijk geaccidenteerd watten landschap,
met langs iedere wolkenrand, een prachtige rode zoom. Dan veranderen de motoren
weer van geluid en trekt de man in de linker stuurstoel het toestel langzaam
recht. Een merkwaardige sensatie bij dit alles is, dat voor het gevoel niet de machine
de beweging heeft gemaakt, maar het zich om ons heen bevindende panorama.
De zon staat al vrij hoog aan het firmament als we over
de wolken, die hier en daar scheuren beginnen te vertonen, aan komen scheren in
de richting van de Nederlandse kust. Wat een fantastisch gevoel van snelheid krijg
je zo! Na onze duik in de diepte, een uur geleden is de tijd voorbij gevlogen met
het maken van scherpe bochten, stijg- en daalvluchten en een groot aantal verkenlandingen.
Veel te vlug echter zijn we nu aan de thuistocht begonnen.
Het wolkenkleed, dat meer op een laag kruiend ijs begint
te lijken, vertoont een groot gat, dat ons juist een blik gunt op de haven en de
pieren van IJmuiden. We zijn boven land. Toch duurt het nog langer dan we dachten
voordat het toestel door de wolken wordt geprikt en we Amsterdam zien liggen. De
vlucht is bijna voorbij. Nog vijf minuten en we landen op dezelfde baan als waarvan
we startten.
We maakten een vlucht mee, zoals we ons niet mooier hadden kunnen wensen en we genoten.
Toch waren enkelen onder ons blij dat ze het toestel konden verlaten om een flinke
teug frisse lucht te halen.
Moge het nog vele JIB-cadetten gegeven zijn, eens -zoals
wij op die zaterdagochtend met de PH-DSF - zo'n vlucht met de KLM te kunnen maken.
Kadet Robert Loeb (groep Kennemerland).
|