VERSLAG VLIEGFEEST TE KLAUSHEIDE, DUITSLAND
Op onze eerste bijeenkomst in het nieuwe cursusjaar kwam
Groeps-Commandant Priebee van de groep Twenthe met de mededeling, dat we zondag
15 september op "excursie" zouden gaan naar een vliegshow, welke op het
burgervliegveldje Klausheide, nabij Nordhorn, gehouden zou worden. Natuurlijk werd
deze mededeling enthousiast ontvangen, doch men vroeg zich af, hoe het zo kwam,
dat men in het buitenland aan ons dacht bij het organiseren van een vliegshow. Wel,
dat zat zo: de burgemeester van Denekamp, de heer Van der Heyden van Doornenburg,
zelf een verwoed vlieger, zowel "echt" als met radio-bestuurde schaalmodellen,
had zitting in de commissie tot het voorbereiden van deze vliegshow, omdat hij vaak
en veel op Klausheide vloog en een goed organisator is. Als goed K.N.V.v.L.-er dacht
hij direct aan de J.L.B. en wel in het bijzonder aan de Groep Twenthe, om te helpen
bij deze show. Het bleef gelukkig niet alleen bij een gedachte, maar stuurde op
de bewuste zondag een autobus, welke ons naar Klausheide zou brengen en ook voor
een goede thuiskomst zorg zou dragen. Groepscommandant Priebee kon die dag niet
mee i.v.m. dienst op de basis, zodat de adj.-comm. de leiding had. Als gasten gingen
nog mee de vaandrig Krol van de vliegbasis, die oud-J.L.B. 'er bleek te zijn, en
als verkeersleider op de vliegbasis Twenthe werkzaam was, en als tweede persoon
mijn verloofde.
Het weer was "uit-de-kunst" en we togen die zondagmorgen
dan ook in een goede stemming in de richting van "n poal". Hier kwamen
de eerste moeilijkheden: geen militairen en toch in uniform, dat kon de Duitse douane
niet begrijpen, doch na een kwartiertje was alles rond en reden we verder, richting
Nordhorn.
Om twaalf uur bereikten we het vliegveld, waar het al behoorlijk
druk was. Veel mensen om het veld en enkele kisten aan het stunten boven het veld.
We verbaasden ons over de gang van zaken voor wat betreft het luchtverkeer. Zo te
zien zat er geen enkele regelmaat in de startende, taxiende en binnenkomende kisten,
doch toen we in de gelegenheid waren een en ander beter te beschouwon bleek ook
dit gefladder met de ons ze bekende "Deutsche Grundlichkeit" geleid te
worden en botsingen of ongeregeldheden deden zich bij dit vliegtuiggedeelte niet
voor.
lets anders was het met het grondverkeer; enorme massa's
mensen trokken in de richting van het veld. Op zo'n grote belangstelling had men
niet gerekend en het duurde dan ook niet lang of het verkeer zat muurvast, met opstoppingon
over lengten van enkele kilometers. Zelfs midden in Nordhorn, vijf kilometer van
het veld gelegen, was het een chaos. Alles liep er in het honderd en zat er muurvast
Een gedeelte van onze dertig aanwezige cadetten werd dan ook ingezet om als verkeersleider
op te treden in de directe omgeving van het veld. De andere cadetten gingen naar
het platform om het publiek het een en ander te vertellen ever de daar opgestelde
vliegtuigen. Goed Duits bleek nogal eens moeilijkheden op te leveren, doch echt,
goed plat "Twents" bracht dan wel uitkomst en kon men elkaar weer goed
verstaan. Inmiddels was uit de verte een Do-27 op komen duiken, welke neerstreek
op het veld om zich rustig te laten bekijken. Het bleek een vliegtuig te zijn van
de Duitse Landmacht en bestemd om die dag parachutisten af te werpen, waarbij hij
nog assistentie zou krijgen van een civiele broer, die ook spoedig voet op vaste
bodem zette, evenals een Alouette, die uitgerust met brancards, voor een snel medisch
transport zorg zou kunnen dragen. Vele vliegtuigen waren nog aan het invliegen,
doch kwamen allen zo langzamerhand terug om het luchtruim vrij te maken voor de
Franse vogelmens Masselin uit St. Brieux, die een parachute-sprong zou maken uit
een Do-27 voor televisie-opnamen. Hiertoe werd een Piper Cub uitgerust met camera's
en een camera-man, en werd ook een soortgelijke bezetting in de Do-27 gestopt. De
sprong van Masselin zou bestaan uit een geleidevrije-val, waarbij hij voor de besturing
gebruik zou maken van vleugels van zeildoek, welke tussen zijn armen en benen gespannen
waren.
Om kwart voor één startte de Do-27 en begon zijn rondjes
naar boven te draaien, waar de Piper Cub al op hem wachtte. Tegen half twee was
het zover. De kist zocht zijn spring-positie op en op 3000 meter hoogte zou het
gebeuren. Alle ogen waren gericht op deze nu ze klein lijkende machine, waar Masselin
uit zou springen. En ja, plotseling verschijnt er een zwarte stip met een rookzuil
er achter aan. Keurig draait Masselin zijn programma af, bochtje links, bochtje
rechts, optrekken, golvend zwevend vervolgt hij zijn weg naar de aarde, die steeds
dichterbij komt. Vol bewondering kijkt een ieder naar hem, de vogelmens de Icarus
van de twintigste eeuw. Men houdt van spanning de adem in, wat gaat dat hard!
Doch plotseling beseft men, dat er iets niet goed gaat.
Waar biijft de chute, waarom trekt hij hem niet los? Masselin stort neer....
Een donkere schaduw trekt over het veld. Wat nu? Om half
drie moeton we beginnen met de show. Door laten of afgelasten? Nog een half uur,
dan moeten de eerste kisten overvliegen. Kan het? Ja, de show gaat door. Daar komt
al dat publiek toch voor! Per slot van rekening gebeurde het ongeluk voor de show.
Nog steeds stroomt het publiek toe. Zij willen een mooie middag hebben, onwetend
van het drama dat zich afspeelde. Doch voor hen, die hem zagen vallen, is de aardigheid
eraf. Zij gaan net zo lief direct naar huis, weg van deze onheilsplaats
Er moeten nog meer parachutisten springen; ook zij zagen
dit gebeuren. Dan, om half drie precies, razen de eerste vliegtuigen over, Thunderstreaks,
in formatie van vier. De spanning is gebroken, de aandacht wordt afgeleid. De "vier
Düsenjäger F 84 F. Jagdbomber-Geschwader 36, Rheine" draaien hun programma
af; de iuidsprekers heten een ieder welkom en zwijgen over het geleden leed. Oorverdovend
scheren de vliegers met hun streaks over het veld, bijna de bomen rammend, stof
van het grasveld opwerpend. Dan verdwijnen ze, laag en hard; het publiek achterlatend
in de "peut-damp".
Als schrille tegenstelling worden twee zweefviiegtuigen
opgetrokken. Een Piper Cub en een Tiger Moth steunen het uit, als ze met hun zware
sleep starten. Dan wordt er, op hoogte gekomen, ontkoppold en draaien de zwevers
hun stuntprogramma. Netjes naast elkaar, als motorkisten, komen ze voor het publiek
langs vliegen. Dan zwenken ze af, beiden een andere richting uit. Daar komen zo
aan, snelheid winnend, en dan plotseling, de één de neus omhoog, in een steile vlucht,
om dan boven te breken met een "tailslide", de ander plotseling een halve
rol uitvoerend, en scheert in rugvlucht op nog geen 10 meter hoogte over het veld,
optrekken en een keurige landing besluit zijn demonstratie. Nu komt volgens het
programma "Schwingenflug aus 4000 m. Höhe, Masselin, St. Brieux, Frankreich".
Een blikken stem kondigt aan, dat door omstandigheden deze
sprong niet mogelijk is. Over de reden wordt gelukkig gezwegen. Een Piper Cub pikt
een sleepnet op, een Bücker Bu 181 draait een stuntprogramma af, twee Do-27 starten,
met aan boord: parachutisten. Ze durven het aan, de dame en de kerels van de parachutisten-club
uit Braunschweig. Zo zullen toch springen.
We volgen de Do-27's. Statig trekken ze al ronkend naar
boven. Zijn ze nu nog niet hoog geneog? Ja, nu moet het wel haast zover zijn, want
de kisten komen keurig in rechte lijn aanvliegen, en ja, daar komen ze, direkt de
chute los, en een prachtige landing midden op het veld. Eén drijft het publiek,
doch weet precies er vóór de grasmat te bereiken. Daarna weer een parachutist, doch
nu één die aan een parachute naar boven gaat!
Achter een auto hangend aan een lange kabel wordt een "Drachenfallschirmer"
opgetrokken. Een merkwaardig gezicht, iemand aan een parachute omhoog te zien gaan
in plaats van naar beneden te komen, maar ook dit laatste kon gelukkig ook met zo'n
verknipte parachute.
Een Alouette maakt de meest rare capriolen voor het publiek,
hard ronddraaiend, alsof de rotor stiltond dan weer stijgen, dalen, swingend, sterk
vóór- of achtover hellend. Een Pembroke neemt de alleenrechten van het luchtruim
over en komt op één motor vliegend over. Dan nog een paar dwaze bochten met veel
slip-werk, een lage vlucht over het veld en ook hij gaat weer af.
Nu weer een Tipsy-Nipper, die zich grommend losmaakt van
de Duitse grond om als een woedende bij over het publiek te scheren. Dat daar nog
iemand in kan zitten in zo'n volgroeid modelvliegtuigje.
De heer Engelbrecht toont zich echter een fantastische vlieger
en doet alles met zijn miniatuur-vliegtuigje. De enerme verscheidenheid van vliegtuigen
valt ons op. Nu weer een ander type. Een Bücker 133 kiest het luchtruim; deze oude
twee-dekker rolt als een dolle boven het veld, waarbij men de adem inhoudt, bang,
dat het vliegtuig uit elkaar zal vallen, doch ook deze demonstratie loopt goed af.
Daarna een radio-grafisch bestuurd model van een F 84, parachutisten,
Do-27, helicopter, Musketeer, alles wervelt boven het veld rond, bewijzend, dat
mens en techniek één kunnen zijn.
Dan een zweefvliegtuig, waarvan men vast iets vergeten heeft!
De staartloze Fauvel "A.V. 36" wordt opgesleept en geeft een viiegdemonstratie
weg, die klinkt als een klok.
Twee R.W.-36 komen aanzoemen en demonstreren de vliegwaardigheid
van dit toestel, zowel als zweefvliegtuig alsook als motorvliegtuig.
Tot slot een show-nummer. "Fliegende Professor",
vermeldt het programma. Daat staat de "professor" voor ons, een lange,
slanke man, maar,
.maar dat is Cas Meyerink, de luitevlieger van de vliegbasis
Twenthe: F-86K vlieger. Hij gaat een demonstratie met een Piper geven, waarbij de
stukken er figuurlijk afvliegen. Huppelend hegoeft hij zich over het terrein, dan
racend op één wiel, bijna de grasmat omploegend met de vleugeltip, dan weer loodrecht
optrekkend, om net ze snel weer op het veld neer te duiken. De ouderen onder ons
herkennen in hem een Willem van der Graft, die net zo voor de dag kon komen. Dan
verdwijnt hij, zijn nummer is afgelopen, evenals de show. Een ieder begeeft zich
naar de auto's, bussen, fiets of wat voor vervoermiddel men ook bij zich mag hebben.
Ook de groep Twenthe gaat af, nadat de orgarisateren bedankt warer. We rijden weg,
richting huis, na een gedeeltelijk geslaagde dag.
Doch in de hangar staat een zwarte auto; een witte helm
met rode baan ligt op de achterbank van de wagen, merk Citroën 1D-19. Nationaliteitsteken:
"F". Voor zijn bestuurder was er geen weg meer naar huis, voor hem alleen
de eeuwigheid, hier een lege plaats achterlatend. Zijn laatste sprong is geweest,
parachute en valhelm heeft hij niet meer nodig, alles is voorbij.
Zegt ons niet een regel uit het "gebed voor de vliegers":
"Vertrouwend dat in leven en dood de eeuwige God hun toevlucht is,"
"En dat zij altijd door Uw armen gedragen worden."
Dit zal ongetwijfeld ook voor parachutisten gelden, die
zo nauw aan het vliegen verwant zijn.
F.J. Westerburger
Adj. Groepscommmandant
|