BIJ HET AANVAARDEN VAN HET NATIONAAL
COMMANDO
Na mijn installatie op 20 april jl. te Schiphol is
het mij een groot genoegen in mijn nieuwe functie als Nationaal Commandant, de eerste
maal via ons orgaan "Lift' het woord tot U te kunnen richten.
Wanneer ik de nog korte historie van onze Nederlandse J.L.B. eens aan een nadere
beschouwing onderwerp, dan blijkt mij, na doorworsteling van de archieven het volgende
verloop: 1954 Oprichting der J.L.B. met de groep Den Haag, gevolgd door de oprichting
van de groepen Amsterdam (Twenthe (l956), Rotterdam en Kennemerland (1957), Woensdrecht
en Groningen (1959). Tezamen omvatten deze groepen thans een 250 cadetten. Het aantal
kaderleden bedraagt ongeveer 50. Nu valt daarbij direct het merkwaardige feit op,
dat dit aantal reeds in 1959 behaald werd. In de laatste vier jaren heeft de J.L.B.
dus, behoudens enige schommelingen, noch enige groei in getal, noch vermeerdering
van het aantal groepen beleefd. Men kan er zich nu het hoofd over breken, wat hier
oorzaak wel van geweest kan zijn. Een daling van de belangstelling bij de jeugd?
Slappe leiding en daardoor vermindering van animo? Persoonlijk geloof ik in de dingen
niet. Het aantal verzoeken om inlichtingen, die ik regelmatig uit het gehele land
krijg, wijzen op zeer grote belangstelling. Er zijn dus gegadigden genoeg. Enthousiaste
kaderleden hebben wij ook wel. Na de stilstand in ontwikkeling in deze laatste jaren
m.i. zijn oorsprong in het feit, dat wij in de eerste vijf jaren van ons bestaan
te snel zijn uitgedijd. ~ na korte tijd een bepaald niveau werd bereikt, moest men
even "op adem komen11 en nieuwe krachten verzamelen. Men kan nu eenmaal een
instelling als de onze niet binnen zo'n kort tijdsbestek zich laten ontwikkelen
uit niets tot een landelijke organisatie. Dat dit zo snel niet mogelijk is, zien
wij bovendien bij vele andere dingen in onze huidige maatschappij.
Een en ander heeft ongetwijfeld tot gevolg gehad,
dat onze financiële middelen niet konden worden verhoogd.
De jaarlijkse Rijksbijdrage voor de J.L.B. bedraagt
tot op de huidige dag nog precies evenveel als bij haar oprichting. Gezien de economische
ontwikkeling, die sindsdien in ons land heeft plaats gehad, betekent dit relatief
zelfs een achteruitgang in middelen. Gelukkig ontvangen wij ook nog uit particuliere
bronnen enkele bijdragen.
Natuurlijk ligt het verder wel in de bedoeling, in
de nabije toekomt de J.L.B. uit te breiden. Het zal daarbij in de eerste plaats
noodzakelijk zijn, het aantal kaderleden wat op te voeren. De oprichting van een
nieuwe groep te Leeuwarden is in bewerking. De aspecten daartoe zien er zeer gunstig
uit. Vele adspiranten hebben zich ook in de andere groepen aangemeld. Maar v66r
dit alles verwezenlijkt kan worden, moet toch bovenal het gehalte van cadetten en
kader van een deugdelijke kwaliteit zijn. Zonder een goede fundatie kan men niet
verder aan iets bouwen.
Ik hoop - en ik vertrouw - dat ik bij het streven
naar realisatie van dit alles niet vergeefs een beroep zal doen op U allen, leden
van onze J.L.B. Uw steun en medewerking zal daarbij in de eerste plaats benodigd
zijn. Ik reken daarop.
J . W. Canters
Nationaal Commandant
* * *
|